Job 2:12

SVEn toen zij hun ogen van verre ophieven, kenden zij hem niet, en hieven hun stem op, en weenden; daartoe scheurden zij een ieder zijn mantel, en strooiden stof op hun hoofden naar den hemel.
WLCוַיִּשְׂא֨וּ אֶת־עֵינֵיהֶ֤ם מֵרָחֹוק֙ וְלֹ֣א הִכִּירֻ֔הוּ וַיִּשְׂא֥וּ קֹולָ֖ם וַיִּבְכּ֑וּ וַֽיִּקְרְעוּ֙ אִ֣ישׁ מְעִלֹ֔ו וַיִּזְרְק֥וּ עָפָ֛ר עַל־רָאשֵׁיהֶ֖ם הַשָּׁמָֽיְמָה׃
Trans.wayyiśə’û ’eṯ-‘ênêhem mērāḥwōq wəlō’ hikîruhû wayyiśə’û qwōlām wayyiḇəkû wayyiqərə‘û ’îš mə‘ilwō wayyizərəqû ‘āfār ‘al-rā’šêhem haššāmāyəmâ:

Algemeen

Zie ook: Huilen, Wenen, Kleding scheuren, Rouw, Zak en as, Ziekte

Aantekeningen

En toen zij hun ogen van verre ophieven, kenden zij hem niet, en hieven hun stem op, en weenden; daartoe scheurden zij een ieder zijn mantel, en strooiden stof op hun hoofden naar den hemel.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּשְׂא֨וּ

ophieven

אֶת־

-

עֵינֵיהֶ֤ם

En toen zij hun ogen

מֵ

-

רָחוֹק֙

verre

וְ

-

לֹ֣א

hem niet

הִכִּירֻ֔הוּ

kenden zij

וַ

-

יִּשְׂא֥וּ

en hieven

קוֹלָ֖ם

hun stem

וַ

-

יִּבְכּ֑וּ

en weenden

וַֽ

-

יִּקְרְעוּ֙

daartoe scheurden zij

אִ֣ישׁ

een ieder

מְעִל֔וֹ

zijn mantel

וַ

-

יִּזְרְק֥וּ

en strooiden

עָפָ֛ר

stof

עַל־

op

רָאשֵׁיהֶ֖ם

hun hoofden

הַ

-

שָּׁמָֽיְמָה

naar den hemel


En toen zij hun ogen van verre ophieven, kenden zij hem niet, en hieven hun stem op, en weenden; daartoe scheurden zij een ieder zijn mantel, en strooiden stof op hun hoofden naar den hemel.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!